Post Info TOPIC: Een zonovergoten straatactie in Amsterdam
Simone

Date:
Een zonovergoten straatactie in Amsterdam
Permalink   


Zaterdag 21 mei 2005 waren we met het nieuwe vaandel van de Vrouwe in de richting van de Westerkerk gelopen. We waren met z'n negenen en dus hadden we al snel het gehele plein bestreken. Daarna langs de rij wachtenden bij het Anne Frankhuis, waarna we al meteen Cunera kwijt waren en Bart en Marleen. Na enig aarzelen toch teruggelopen alwaar we een stralende Cunera aantroffen, die langs de andere kant van de Prinsengracht dezelfde route als wij had gelopen en weer teruggekeerd was naar de Westertoren.


Mohammed, die wat video-opnamen wilde maken van de straatactie, was even met ons meegelopen na de lezing van pater Brouwer. Ik herinnerde hem aan de kroon bovenop de Westertoren, groots onmiskenbaar teken van het Mirakel met de H.Eucharistie in 1345. Het
grote wonder waardoor Amstelredam van klein vissersdorp uit kon groeien tot een - in heel Europa - bekende bedevaartsplaats - toendertijd!


Amsterdam heeft haar bestaan aan dat Mirakel te danken.
De Heilige weg, waar nog maar een klein stukje van over is, liep eeuwen geleden, via de Overtoom, tot aan Haarlem. Hierover kwamen de pelgrims Amsterdam binnen. Vandaar ook de naam.
De kroon is aan de stad Amsterdam geschonken in het jaar 1484 door Keizer Maximiliaan I, die, verblijf houdend in Den Haag, een ernstige zelfs dodelijke ziekte overviel en in ruil voor zijn genezing beloofde een boetetocht te maken naar het beroemde wonder in Amsterdam.
De Keizer genas, volbracht zijn belofte en schonk aan Amsterdam het recht zijn kroon in het wapen te dragen. En die kroon troont daar nog altijd, en niet alleen daar, maar dus ook op de toren van de Westerkerk.


Mohammed nam een paar opnamen, waarna hij en Robert richting de Langestraat vertrokken alwaar Ida in haar meisjesjaren heeft gewoond.
Wij verspreidden ons over het plein, tussen de toeristen van allerlei geledingen en volkeren.
Toen ik de hoek omsloeg bij de kerk ontwaarde ik een man, schijnbaar een Indiër, die geheel alleen aan de waterkant naar de kerk stond te kijken. Op hem liep ik af en stak daarvoor de straat over. Ik bood hem het prentje van de Vrouwe aan. Hij zei: 'Ik ben hier nu een week en ik ben geschokkeerd van wat ik in Amsterdam gezien heb. Hier is alles mogelijk, ik heb het nergens zo erg gezien. Ik ben katholiek, maar U bent de eerste die in deze stad met mij over God spreekt.' Verder zei hij dat hij op twee uur vóór zijn vertrek uit Nederland stond. We hebben nog staan praten over de stad, over het mirakel uit 1345, over de H.Maagd die de meest verdorven en meest verworden stad heeft uitgekozen om te verschijnen.
Maar het klopt met Genesis 3 vers 15. Is Zij niet uitverkoren om samen met haar kroost de kop van de slang te verpletteren? Is dan deze stad juist niet de meest geschikte plaats om te verschijnen en haar plan voor vrede te ontvouwen?
We namen afscheid, want ik moest achter het vaandel aan dat ik nu in verte ontwaarde ter hoogte van de Lelygracht. We hadden een route te lopen. Die druk was er. God loste dat op. De man, die zich voorgesteld had als Tony, vond niet veel later Bart op het plein. Bart vertelde mij later, dat het leek alsof hij in een wolk was. Hij heeft nog lang met hem gesproken. De man vertelde hoe hij in de rij voor de rondvaartboot had gestaan. Hij had plosteling gedacht: 'Wat doe ik hier???!' Hij is toen uit die rij gestapt en op dat moment was ik, met de beeltenis van de Vrouwe, op hem af komen lopen.
Hij gelooft dat de Vrouwe van alle Volkeren de reden is dat hij in Amsterdam was.
Op mijn weg terug naar het vaandel, wezen nogal wat mensen het gebed af. Dat gebeurde bv. met de woorden: 'Wij geloven al!'
Iemand zei in het voorbijgaan: 'I believe, but within reason.'
Geen dwaas voor God dus, zoals Paulus het uitdrukt.
Op de Dam kon ik een brailleboekje kwijt aan de blinde man die ik jaar in jaar uit op de Ten Catemarkt tegenkom met zijn kleine handzame draaiorgeltje. Nadat ik voor de zekerheid had gevraagd of hij braille kan lezen, las hij mij voor wat er stond: 'De beeltenis van de Vrouwe van alle Volkeren. De eerste verschijning vond plaats op 25 maart 1945 aan Ida Peerdeman...' Hij was er heel content mee en ik ook.
Juliette en Cunera namen daar afscheid van ons en we baden gezamelijk het gebed van de Vrouwe. Onmiddelijk vroeg iemand ons een gebedsprentje in het Engels. Marleen gaf ons, voordat zij wegging nog een tip: een slogan die geheit zou werken.
"Mijnheer, Mevrouw, een plaatje zonder praatje?'
Ik besloot het uit te proberen en liep op een gekostumeerde heer met glanzende stropdas af: 'Een plaatje zonder praatje, mijnheer?'
'Ja, hoor!' zei hij.
Het werkte inderdaad. Die Amsterdammers houden wel van wat humor.
Op de Dam was het een drukte van jewelste. Ad besloot een kijkje bij de duiven te gaan nemen en liep met het vaandel door de mensenmassa. De hoogte van de stok is inderdaad precies goed. De vlag steekt zover boven de mensen uit dat het echt in het oog springt. En inderdaad zijn de kleuren heel mooi en opvallend, met name als de zon er op schijnt.
Er kwam een jonge vrouw op mij af. Ze had een plaatje in haar handen, dat ze tegen haar borst aandrukte. Ze zei: 'Ik begrijp het niet, wat betekent dit?' Ze begreep niet waarom we dit deden, want ze had Maria al wel herkent. Ik legde haar uit dat het een verschijning van Maria was vlak voor het einde van de tweede Wereldoorlog en dat ze met een boodschap is gekomen voor alle volkeren. Dat ze de Moeder is van alle mensen ongeacht hun religie of ras, gelovig of niet. Dat ze gezonden is om ons allen met elkaar te verenigen omdat we allen broers en zussen van elkaar zijn. Ze vertelde dat ze uit Eritrea komt en dat ze met een protestante man getrouwd is. Ze kon haar liefde voor Maria niet delen, hoewel hij minder sceptisch was dan voorheen. Ze zei: 'Ik houd zo veel van Haar. Ik houd zoveel van Haar.'
Het was inmiddels al laat en Ad en Lesley zaten met afspraken. We besloten dus onze geplande route te wijzigen en onverkort terug te lopen naar de fietsen die bij de OLV Kerk geparkeerd stonden.
Dus met de vlag door twee van de Negen Straatjes, alwaar enkele winkeliers hun neus uit de deur staken om dat fenomeen te bekijken.
Ik hoorde een dame zeggen: 'Wat is dat?'
Blij ! dat ik haar een plaatje kon geven...
Mensen reageren heel verschillend. Sommigen hebben ons al ver van te voren gezien en draaien hun hoofd af, of beginnen 'nee, nee' te roepen.
Anderen doen niet de moeite onze poging tot contact te beantwoorden, of zijn blij verrast. Enkelen gaan in discussie over dat Maria door ons als godin wordt aanbeden. Een man in de Raadshuisstraat zei: 'Maria is maar een gewoon mens geweest, meer niet.'
Maar Jezus hield van Haar! Zou Hij haar slechts gebruikt hebben om haar lichaam, zodat Hij het vlees kon aannemen, om Haar dan vervolgens, vanaf zijn openbaar leven, te vernederen (Vrouw, wat heb ik met U van doen?) of beneden zijn waardigheid te keuren (Wie is mijn moeder, mijn broer en mijn zuster?), was Ze toen Moeder-af (Vrouw, zie daar uw zoon.)? Want zo kunnen schriftuurteksten van het evangelie ook uitgelegd worden...
Maar, neen, dat nooit!
Als wij onze moeder al zozeer lief hebben, hoezeer zou de GodMens Haar dan niet hebben bemind... Hij Die de Liefde Zelf is.
Moeten wij onze Heer en ons Voorbeeld niet ook hierin navolgen?


Bij de taxistandplaats zat een jongeman achter het stuur te wachten op klanten. Hij is moslim, dat veronderstelde ik en hij bevestigde het. Ik vroeg of hij Arabisch kan lezen (dan kon ik hem een Arabisch prentje geven).
'Nee, niet echt'; zei hij, 'maar wel Nederlands.'
'Het is Meryam', zei ik; 'Ze is verschenen in Amsterdam en wil alle volkeren in eenheid met elkaar brengen. Ze wil de ware vrede brengen.'
Hij was zo enthousiast.
'Dat hebben we nodig in deze tijd!'; zei hij. 'Wil je het hebben?' vroeg ik.
'Ja graag!', zei hij en hij zegende me zelfs met de woorden: 'God zegene U!' Waarop hij mij de hand schudde.


Het was een mooie middag! De zon had ons ook niet in de steek gelaten. Vlakbij de kerk bood ik nog één keer een plaatje aan. Nu aan een vrouw met een jongetje van een jaar of vijf aan haar hand. Ze reageerde erg bars. En ik... had ik mijn mond maar gehouden... zei: 'Dat is erg vriendelijk.' Waarop ze nog bozer werd. Daarna kwam er een dakloze langs. We kennen elkaar, want hij staat altijd te bedelen bij 'mijn' Edah.
Toen hij de afbeelding op de vlag zag begon hij vreselijk te vloeken in een vreemde taal.
Thuisgekomen wilde ik nog even langs de supermarkt. En wie zet daar net zijn gitaar en tassen neer? Diezelfde man. Ik zeg: 'Wat was dat nou, daarnet op de gracht? Je was zo boos!'
Hij kon het zich niet meer herinneren.

Simone
Alle eer en lof en heerlijkheid zij Onze Heer Jezus Christus tot in eeuwigheid.
AMEN



__________________
Drahcir

Date:
Permalink   

Mooie getuigenis! En hoe waren de laatste 2 actie's?

__________________
Page 1 of 1  sorted by
Tweet this page Post to Digg Post to Del.icio.us


Create your own FREE Forum
Report Abuse
Powered by ActiveBoard