Post Info TOPIC: Ida's tijd in Alkmaar (1905-1910)
Administrator

Date:
Ida's tijd in Alkmaar (1905-1910)
Permalink   


Op 13 augustus 1905 is het dubbel feest in de woning van de Alkmaarse textielkoopman Rombertus (Rombert) Peerdeman. Zijn vrouw Lena schenkt hem, op de verjaardag van zijn oudste dochter Gé, een nieuw dochtertje: Ida.


Broertje Piet en de zusjes Jo en Truus zijn maar wat jaloers op Gé. Die had zo graag een pop voor haar verjaardag willen hebben, maar krijgt een babietje, In hun beste kleren lopen ze die dag over ’t Verdronkenoord naar de katholieke kerk van de Heilige Laurentius. Niet te verwarren met de kerk met dezelfde naam die door mensen die problemen hebben met het uitspreken van namen van katholieke heiligen de Grote Kerk 


In de Oude Laurentiuskerk had op 1 mei 1429 tijdens de eerste mis van de priester Folkert, het Bloedwonder van Almaar plaats. Het maakte de kaasstad tot een belangrijk Hollands cultcentrum Tot in 1345 Amsterdam met het Mirakel van de boven het vuur zwevende hostie op de proppen kwam en Alkmaar daardoor tot tweede garnituur bedevaartsplaats was geworden. Het weerhield de Alkmaarders niet hun relikwie van het Bloedwonder in grootse processies door de stad te voeren. Uiteraard gekoppeld aan een soort kaaskermis.


Toen in 1566 de hervormden van Alkmaar met grof geweld de katholieke kerk binnen drongen, ontsnapte het Bloedwonder-relikwie ternauwernood aan hun barbarij. Het complete interieur van de kerk werd in puin werd geslagen. In hun protestantse ijver ontsnapte verder geen enkel meesterwerken van middeleeuwse kunst aan de hervormde bijlen en hamers.


Zeven jaar later werd deze kerk door rebellenleider Willem van Oranje verbeurd verklaard. En is tot op heden in het bezit van de toenmalige rovers, de hervormden. Na eeuwen alleen ondergronds hun geloof te hebben kunnen beleiden, kregen ze hun geroofde kerk niet terug. De katholieken moesten maar een nieuwe kerk bouwen. Dat moest wel buiten het centrum. Aan het Verdronkenoord bouwde men naar een ontwerp van architect P.J.H. Cuypers een waardig onderkomen voor het Bloedwonderrelikwie:  een  nieuwe St. Laurentiuskerk. Op 15 oktober 1861 plechtig toegewijd aan stadspatroon Laurentius. In het jaar van Ida’s geboorte was op de eerste zondag in mei  met veel Roomse Pomp het devotiealtaar van het Heilig Bloed, rechts van het hoofdaltaar in gebruik genomen. Op dit altaar, werd dan eens per jaar onder een verguld- baldakijntje een zilveren engel met het bloedrelikwie uitgestald.


Hier wordt Ida, enkele uren na haar geboorte op de 8ste verjaardag van haar oudste zus Gesina. gedoopt. Gesina, die graag een pop wil hebben voor haar verjaardag, was ronduit teleurgesteld toen vader haar “Is dát geen mooie pop” gevraagd had toen ze de pasgeboren Ida voor het eerst zag.


Het verhaal zou tot een van de familie-anectdotes gaan behoren: Gé zou hebben gestampvoet en zwaar beledigd “Zo’n pop wil ik niet! Ik wil een echte pop!” hebben geschreeuwd.


 

Ida is vijf jaar oud als de familie in 1910 Alkmaar verlaat en naar naar de Langestraat 92-1 hoog verhuisd. Een woning boven een koetshuis, later een garage in het hart van Amsterdam.

__________________
Scribent

Date:
Alkmaars Bloedwonder
Permalink   


De Oude Laurentiuskerk was door de Nederlands Hervormden van de katholieken geroofd. Ruim een eeuw voor deze wederechtelijk inname had daar het beroemde Bloedwonder van Alkmaar plaats.


Bij de inname van de Oude Laurenskerk sloegen de protestanbtse barbaren alles kort en klein, maar het relikwie van het Bloedwonder van 1 mei 1429 overleefde de botte vernielzucht en werd vereerd in de Nieuwe Laurenskerk.


Het relikwie is een kazuifelfragment van zo’n 3 bij 3 centimeter, afkomstig van het gewaad waarop de Alkmaarse priester Folkert tijdens zijn allereerste optreden als priester met miswijn morstte. In de verhalen had men het al snel over een woest overkokende kelk miswijn. Dat kwam, omdat Folkert twijfelde of de wijn wel echt in het bloed van Jezus zou veranderen tijdens de consecratie.


In het daaropvolgende jaar trokken op de verjaardag van het gebeuren al grote groepen pelgrims naar Het Bloedwonder van Almaar. De Alkmaarse rector Bartholomeus van Keulen maakte in het begin van de 16e eeuw melding van hoe Zeeuwse schepelingen van een schipbreuk werden gered dankzij het aanroepen van het Bloedwonder. Als dankbetuiging en bewijs van hun redding lieten ze kort na 1430 een met zilver overtrokken houten engelbeeld maken waarin de Heilig Bloedreliek kon worden getoond. Het gebeuren maakte de kaasstad tot een belangrijk Hollands cultcentrum


Tot op 16 maart 1345 in de Amsterdamse Kalverstraat een uitgebraakte en in het vuur geworpen hostie geruime tijd boven de vlammen zweeft. De bisschop stelt een onderzoek in en bevestigt de feiten. Als snel verrijst er de Kapel ter Heilige Stede en wordt De Heilige Weg aangelegd, waarover Keizer Maximiliaan van Oostenrijk naar Amsterdam pelgrimeert. Als de Keizer in het heiligdom ook nog eens gebedsverhoring verkrijgt en op wonderbaarlijke wijze van een “ernstige ongesteldheid” geneest, verleent hij de stad het recht om voortaan op het stadswapen de keizerskroon te voeren. Mede hierdoor komt Amsterdam tot bloei en Alkmaar een tot tweede garnituur bedevaartsplaats. Hetgeen de Alkmaarders niet weerhield om hun relikwie van het Bloedwonder in grootse processies door de stad te voeren. Uiteraard gekoppeld aan een soort kaaskermis.


Toen in 1566 de hervormden van Alkmaar met grof geweld de katholieke kerk binnen drongen, ontsnapte het Bloedwonder-relikwie ternauwernood aan hun barbarij. Het complete interieur van de kerk werd in puin werd geslagen. In hun protestantse ijver ontsnapte verder geen enkel meesterwerken van middeleeuwse kunst aan de hervormde bijlen en hamers.


Zeven jaar later werd deze kerk door rebellenleider Willem van Oranje verbeurd verklaard. Het kerkzilver, waaronder de zilveren engel, werd naar Haarlem gebracht om tot munten te worden ongesmolten, zodat daarmee de soldaten van Willem van Oranje konden worden betaald. De reliek zelfs werd uit de klauwen van de rovers gered en bewaard door een geestelijke die de oude religie trouw was gebleven. Na eeuwen ondergronds hun geloof te hebben beleden, kregen de katholieken hun geroofde kerk niet terug. Ze moesten maar een nieuwe kerk bouwen. En dan wel buiten het centrum. Aan het Verdronkenoord bouwde men naar een ontwerp van architect P.J.H. Cuypers een waardig nieuw onderkomen voor het Bloedwonderrelikwie: de nieuwe St. Laurentiuskerk. Op 15 oktober 1861 plechtig ingewijd. In 1902 vervaardigde de Haagse edelsmid Logher een nieuwe zilveren engel met het eeuwenoude bloedrelikwie.


 


Ruim twee maanden voor Ida Peerdemans geboorte was op de eerste zondag in mei met veel Pomp en Wierook het devotiealtaar van het Heilig Bloed in gebruik genomen. Vanaf die dag zou jaarlijks rechts van het hoofdaltaar het bleodrelikwie onder een verguld baldakijn worden uitgestald.



Hier wordt Ida, enkele uren na haar geboorte gedoopt. Het is die dag niet alleen  de 8ste verjaardag van haar oudste zus Gesina, maar ook het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming. In het vakjargon van de katholieke kerk heet dat “Dubbel 1e klas”. De wierookwalmen zullen net zijn opgetrokken als Ida bij haar moeder wordt weggehaald om naar de kerk te worden gebracht om het doopsel te ontvangen.



__________________


Status: Offline
Posts: 6
Date:
RE: Ida's tijd in Alkmaar (1905-1910)
Permalink   


Die Stille Omgang van Alkmaar wordt al een aantal jaren niet meer gelopen!

__________________
Page 1 of 1  sorted by
Tweet this page Post to Digg Post to Del.icio.us


Create your own FREE Forum
Report Abuse
Powered by ActiveBoard